webnovel

Wees trouw, wees vredelievend en vol vreugde.

Je voelt dat je slaapt. Je voelt dat er niks aan de hand is. Je voelt helemaal niks. Deze gevoelens kwamen bij Willem op. Wat vreemd. Hij keek even naar zijn armen, benen en lichaam. Hij droeg gewoon zijn normale kleding, maar, wat dan? Hoe is dit mogelijk ? Een moment geleden was hij zo aan het leiden, maar het was alsof hij van de ene frame naar de andere was gesprongen.

Hij hoorde dan ineens een stem"En, hoe ist met je? Ging het goed op school? En hoe gaat het met die ouwe papske van je? " 

"Heh????? Ik herken die stem van nergens anders!!!" dacht hij.

Hij keerde zijn kop snel naar links en bevroor toen hij het zag. Een mooie vrouw in een witte bloes. Die vrouw had bruin haar en bruine ogen. Ze keek hem aan met een grote glim aan haar gezicht.

Z" Hoe kan dat nou??" 

"Mam, bende gij dat echt???"

Zijn moeder zij niks, en glimlachte gewoon door. Daarna ging ze hem aaien net als toen hij een kind was. Willem wist niet of hij dat nou echt moest geloven. Hij greep haar handen vast alsof hij haar weer voor een laatste keer zou kwijt raken.

"Nou ja, rustig aan heh. Ik ben het werkelijk." antwoorde zij zachtjes.

 Dit moest een droom zijn, maar het voelde zo echt!! Was dit de hemel?

Maar waar was hij uberhaupt? Bij de bergen? In Belgie of zo? Dat maakte hem echt geen flikker uit. Hij was al te blij zijn moeder weer te zien. 

"Mam, gij ziet er.....zo jong uit. En waar is ons pap?" Zei Willem vragend.

Zijn moeder zag er daadwerkelijk weer jong uit. Zij zag er glimmened uit en haar lichaam was weer gezond, zonder al die wondjes en blessures die zij had na die erge ongeluk toen hij haar laatst in't ziekenhuis zag.

Ze maakte haar eigen niet zo druk om die vraag en zei gewoon, "Ssst, ik hou van jou Willem. Jij ben mij zoon. Papa is ook al thuis want ik heb hem gisteren nog gezien."

"Ma-Maar die Anneke? Mijn stiefmoeder???" vroeg Willem met een gezicht vol zorgen.

Plotseling uit het niets antwoorde een andere onbekende zware stem "Die is er niet meer. Gehoeft je eigen geen zorgen te maken over die dingen. Ze is ook niet dood of nog ook niet in de hel. Ze bestaat er niet meer."

Willem wist niet wat hij over moest denken. Zijn hoofd was al vol met alles dat er al uitgespeeld. Zijn gezicht straalde ook geen enkele emotie uit. Zijn ogen waren geplakt op die zwarte figuurtje die daar stond. Het zei ook verder niks. Je kon ook nooit weten wat het aan het denken was doordat het zo moeilijk was om ernaar te kijken dat bijna niks kon vermaken. 

Snel trekte de moeder van Willem zijn gezicht naar haar terug met die zachte handjes. "Nee, niet naar hem kijken. Kijk naar mij!" Zei ze met een gezicht zonder expressie.

Ze plaatste dan beide handen op zijn schouder terwijl Willem in haar ogen keek en zij "Willem, het komt allemaal goed. Je hebt niks gedaan."

Ze wou hem troosten, maar blijkbaar zag het eruit dat zij getroost worden. 

"Fenneke, het is genoeg. Laat die jongen maar los. Je maakt het alleen maar moeilijker voor hem," antwoordde die wezen met een autoritaire stem. Die wezen bleef nog maar daar in't achtergrond observeren terwijl Willem en zijn moeder hun moment even hadden na zo een lange tijd.

"Mama? Wie is dat daar!?" 

 Die moeder van Willem draaide haar blik om naar Willem en keek daarna weer terug zonder iets te zeggen en bleef even stil naar beneden staren. Er kwamen tranen van haar ogen tevoorschijn die ze niet meer kon tegenhouden. Tranen die ze niet aan Willen wou laten zien. "Hij is geen man, ook nog geen mens, Willem," antwoordde ze zacht maar vast met haar gezicht nog weggericht van Willem. Zij durfde in haar staat echt niet aan Willem te wijzen.

Willem zag hoe ziijn moeder zo deed. Hij zag overduidelijk de tranen in haar ogen dat die van hem zelfs bijna eruit willen, maar voor zijn moeder wou hij sterk blijven. Hij was de man hier en de gene die zijn moeder moest troosten. Vooral wat zij mee had gemaakt in die gruwelijke auto ongeluk toen een truk haar auto hard tegenaan kwam. Zij leide nog voor een paar uren in zware pijn en leide voordat zij uiteindelijk van stierf. Samen met zijn vader hadden zij dat allemaal meegemaakt. Die ervaring maakte Willem een heel andere mens. Hij maakte nooit diepe connecties met anderen en zijn begon zicht meer aggresief te gedragen.

Maar Willem moest echt weten wat er aan de hand was. Hij steekte zijn armen om zijn moeder en vroeg haar met een kalme en gerustellende stem "Mama...wie is die wezen daar. En waarom zijn wij hier?"

De moeder van Willem gaf geen antwoord. Het was alsof ze hem wou beschermen tegen iets. Alsof ze wist wat er daarna zou gebeuren. 

Willem probeerde over na te denken, maar deze hele situatie alhoewel leuk dat hij zijn moeder weer zag, was gewoon super vreemd. Was dit een droom? of een nachtmerrie? Was zijn moeder werkelijk daar? Deze gedachten kwamen bij Willem terwijl hij zat te denken.

In dat moment keek zijn moeder vol tranen naar hem en trok ze Willem naar haar toe. Zij gaf hem een stevige knuffel en zei "Ik hou van je! Ik hou van je! Dat weet je toch? Vergeet dit nooit Willem! Ik van jullie beide! Papa en jij!"

Willem kon niet meer, hij moest huilen. Hij hield haar stevig vast en zei,"IK OOK!!"

De wezen sprak weer en zei dit keer "Fenneke! Het is nu klaar!" 

Toen de wezen dat zij, keek zij nog een laatste keer naar Willem. Zij keek diep in zijn ogen. Haar ogen waren vol liefde, verdriet en spijt. 

Willem weigerde haar los te laten, maar toen zij ze "Willem, alles komt goed. Jij bent nu vrij. Wees jou eigen. Doe wat je wilt, doe wat je kan. Maar vergeet nooit dat ik van je hou. Wij beiden. Ik en jouw vader."

Toen liet Willem haar langzaam los. Zij stond dan op en liep naar achteren. Toen stak de wezen zijn hand uit en raakte de moeder van Willem aan. 

Haar ogen begonnen wijd te worden alsof ze net een spook zag. Maar ze wou het niet laten zien. Haar houding zag er ook zo ongemakkelijk uit. Het was onmogelijk dat Willem het niet gemerkt had.

Haar lichaam begon ineens vager en vager te worden. Ze bleef naar Willem kijken en schreeuwde zijn naam nog hardop uit "Willem!!!!"

Willem merkte het nu wel! Er was iets niet goeds aan het gebeuren. Dit hele situatie vanaf het begin was verkeerd, behalve dat hij zijn moeder nog een laatste keer zag. Willem begon dan ook nog te schreeuwen "MAMA!!!!!! Wat gebeurd er??? Wat is dit nou!??"

En toen keek hij naar dat wezen. Het was zwart en donker. Je kon niks van uitmaken. Het leek op een schaduw. Als het s'nachts was zou het donkerder dan de nacht zijn. 

"STOP. Wat doe JE!!!!!! HEEEEEEY STOPPEN!!!!! IK ZEI STOPPEN NU!!!. MAAAAHAHAHAAAAA. NEEEEEEE" Huilde hij longen uit

Maar dat ding luisterde niet. Het was alsof hij tegen een voorwerp ging schreeuwen. Een ding was zeker, het was geen mens.

Willem rende snel naar het zijn moeder die ook nog begon te huilen. Ze wist dat het moeilijk zou zijn voor haar zoon, maar wou toch nog een laatste keer met hem omgaan. Ze stak snel haar armen uit naar willem. Willem deed ook het zelfde. Hij stak zijn hand uit naar haar, maar het was al te laat.

Zijn hand ging gewoon er doorheen alsof zij van een wolk of stof gemaakt was. 

De moeder van Willem keek nog een laatste keer naar Willem en knielde op het grond. Willem was erg wanhopig. Hij probeerde zijn moeder te omhelzen. Zij deed dat ook. Langzaam maar zeker vervaagde zij weg en was er een felle licht die de omgeving helemaal verlichtte. Toen was er niks meer over van haar. Alleen hij en dat afschuwelijke wezen naast hem.

De wezen bleef stil. Willem was nog op de grond. Hij kon het nog steeds niet verwerken. Hij schudde zijn hoofd en bleef naar het grond staren, ogen wijd open.